Stap 3  Grondlaag, bodemplaat, vuurkamer en riser

 

De vuurkamer

Het beste bouw je de vuurkamer aan een stevige werktafel. Maak eerst van een stuk multiplex of andere stevige plaat een transportplaat waarmee je het geheel kunt verplaatsen. Schroef aan weerskanten een lat, zodat de bodemstenen er net tussen passen.


   Lijmen met Moviset

Je lijmt de kernkachel met Moviset of een soortgelijke vuurvaste lijm. Open de emmer en giet de bovendrijvende vloeistof in een bakje. Goed roeren tot de lijm door en door dezelfde consistentie heeft. Eventueel wat afgegoten vloeistof bijmengen. Als je klaar bent met lijmen, bedek dan de resterende lijm met een laagje water voordat het deksel erop gaat.

De te lijmen delen moeten aan beide kanten dun, maar volledig worden ingesmeerd, ongeveer een halve millimeter dik. Bij 15º Celsius is de lijm na zo’n 24 uur verhard. Bij lagere temperaturen duurt dat veel langer.





   Bodemstenen

Deze bouwbeschrijving gaat uit van stenen van 220 x 110 x 30 mm en 220 x 110 x

60 mm.


De voorste drie stenen hebben een hoogte van 30 mm, de achterste twee zijn 60 mm hoog. Meet de lengte van de vijf stenen inclusief de 1 mm ruimte voor de lijm, en kort de vijfde steen in, zodanig, dat de totale bodemlengte 537 mm wordt.


 

1. Transportplaat met bodemstenen

2. Wanden

3. Plafond, poort, 45º stenen

Plaats van de kachel

Grondlaag

Op 220 mm vanuit de wand lijm je het uitlaatstuk en de twee 480 x 200 mm stukken op de twee tegels en op elkaar. Aan beide zijden blijft er een ruimte van 25 mm over. De uitsparing voor het rookkanaal zit nu precies op de goede plek.
Gebruik een winkelhaak en zorg dat het waterpas staat. Met lijmklemmen pers je de delen tegen elkaar. Corrigeer zonodig met een lijmklem (zie foto).
 
   
Condensopvang
Tijdens het instoken zal er condenswater uit het rookkanaal komen. Om dat op te vangen plaats je een bakblik onder de opening. Een tuitje zorgt ervoor dat het water goed de bak in loopt. Je knipt het bijvoorbeeld
uit een conservenblikje.





Bodemplaat

De twee delen van de bodemplaat lijm je aan elkaar; tegelijkertijd metsel je het geheel op de grondlaag. Het is belangrijk dat de bovenkant vlak en waterpas is.

 

Tuitje

Condensbak

   De vuurkamer in elkaar lijmen

Smeer de bodemstenen in met lijm en zet ze op de transportplaat. Zet met behulp van een grote houtklem voorzichtig spanning op de stenen totdat de lijm er uitgeperst wordt. Zorg dat de stenen vlak blijven liggen en laat het drogen.


Zaag of slijp nu stenen voor de wanden van de vuurkamer, passend op de drie bodemstenen (332 mm). De bovenste laag pas je zodanig aan, dat de totale hoogte van bodemstenen, wanden en plafond 353 mm wordt.


Nu is de poort aan de beurt.


 
Als de stenen exact 220 x 110 zijn zullen de staande
poortstenen 183 x 90 mm zijn, zoals het in het SketchUp bestand getekend is. Maar als de stenen net iets groter of kleiner zijn moeten die maten worden aangepast.

Belangrijkste is dat de poortopening 183 x 42 mm wordt.


De staande poortstenen worden zowel op de 4e bodemsteen als tegen de wanden gelijmd. Daar bovenop komt de liggende poortsteen. Houd in de gaten dat alles vlak, in de haak en waterpas zit.


Vervolgens lijm je de plafondstenen op hun plek, zie de afbeelding. Aan de binnenkant van de vuurkamer lijm je op 30 x 48 mm geslepen stenen, deze vormen de goot voor het secundaire luchtkanaal. Deze goot moet 61 mm breed zijn en 30 mm hoog. Bovenop de steenstrips komen de op 45 graden geslepen stenen. Eventuele kieren vul je op met lijm.


Aan de voorkant wordt 4 mm ruimte opengehouden voor de metalen plaat die aan de voorkant van het secundaire luchtkanaal zit.

 

4 mm ruimte

   Zaaggeleider

De isolatiestenen zijn 64 mm breed, en dat moet worden teruggebracht naar 57 mm. Je kunt ze gemakkelijk zagen met een handzaag met geharde punten, maar een smalle plak afzagen is wel lastig. Dan biedt een zaaggeleider uitkomst. Maak hem van wat plankjes en balkjes, zie de tekening.







Lijm de eerste twee (staande) stenen aan weerskanten van de poort, op 115 mm van elkaar (de breedte van een steen + 1 mm voor de lijm). Vervolgens de twee liggende stenen.

Als het goed is liggen de bovenkanten gelijk.



   Driehoekige stroken

Neem een steen en trek aan weerskanten van een hoek een lijn op 34 mm afstand. Trek aan de kopse kant de diagonale lijn en zaag de steen in de lengte door (zie tekening). Doe dit ook bij een andere hoek. Je hebt nu twee driehoekige stroken die aan de binnenkant van de riser worden gelijmd (zie tekening).


Smeer nu de isolatiestenen aan de binnenkant in met een dunne laag Moviset.






 

   De derde laag

Van de derde laag hebben de twee hele stenen een inham. Die zal ongeveer 57 x 64 mm zijn, maar meet de exacte maat in het werk op, waarbij je rekening houdt met de 1 mm Moviset. Een precies in het midden doorgezaagde steen maakt de laag compleet. De binnenkant van de voorste halve steen loopt gelijk met de poort.


Smeer ook deze laag aan de binnenkant in met Moviset.




   De bovenste helft

Je kunt alvast de bovenste helft van de riser in elkaar lijmen. Na elke laag de binnenkant weer insmeren met Moviset.  Pas later in het bouwproces wordt de bovenste helft op de onderste gezet.




 

Binnenkant insmeren met Moviset

De riser: isolatiestenen zagen en lijmen

48

420

180

820

480

155

600

820

220

25

600

200

400

250

195

90

Vanuit het gat in het plafond waar het rookkanaal doorheen gaat trek je een loodlijn naar de vloer. Op 42 cm links en 18 cm rechts van dat punt trek je een lijn. Tussen deze twee lijnen komen de eerste twee 40 x 60 cm betontegels, die je op de vloer metselt. Verhouding cement / zand is 1 : 5.

48

34

34

231

23

75

164

101

3

18

183

42

537

353

220

332

Download hier het 3D SketchUp bestand